Je gebit is belangrijk, zelfs al op jonge leeftijd. Daarom is een goede mondhygiëne ook belangrijk voor kinderen. In deze blog tips van de kindertandarts voor een gezond gebit voor kinderen.

#1 Hoe vaak poets je de tanden van je kinderen?

Je begint met het poetsen van de tanden vanaf het eerste tandje. Dit doe je minimaal één keer per dag tot zijn tweede verjaardag. Kinderen van twee jaar of ouder poetsen hun tanden twee keer per dag. De reden dat je dit doet is het schoonmaken van de tandjes maar ook het aanbrengen van fluoride. Fluoride maakt het tandglazuur harder.

Laat een kind vooral zelf proberen te poetsen. Tot een jaar of tien poets je zelf nog na zodat alles goed gepoetst is.

#2 Wat te doen als je kind zijn tanden niet wil poetsen?

Verlies vooral je geduld niet. Het poetsen van tanden moet leuk zijn. Een leuke tandenborstel die ze zelf hebben uitgekozen in de winkel kan hierbij helpen. Een andere truc is samen je tanden poetsen. Het uitspugen van de tandpasta is natuurlijk het hoogtepunt. Maak er een spelletje van. Wie kan de grootste klodder tandpasta in de wasbak spugen?

In sommige gevallen werken spelletjes niet. Misschien is het dan tijd om uit te leggen waarom het poetsen van je tanden belangrijk is. Onze preventie assistente vertelde haar zoon over de beestjes op zijn tanden. Die moeten weggepoetst worden. Dat werkte erg goed.

#3 Twee jaar? Bezoek de tandarts

Zodra je kindje twee jaar wordt is het tijd voor een eerste bezoek aan de tandarts. Deze eerste ervaring moet vooral een prettige ervaring zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat een aantal fijne ervaringen voor een nare behandeling voorkomt dat er angst ontstaat voor de tandarts.

Neem je kindje mee met een tandartscontrole voor jezelf. Laat hem rondkijken en zoveel mogelijk in contact komen met de tandarts zodat er een vertrouwensband ontstaat. Misschien kan de kindertandarts alvast het aantal tandjes in de mond tellen tijdens het eerste bezoek.

Je kindje bezoekt de kindertandarts vanaf zijn tweede levensjaar twee keer per jaar om het gebit gezond te houden.

#4 Zuigfles is funest voor het gebit

Probeer zo snel mogelijk om te stoppen met het drinken uit een zuigfles. Geef je kind daarnaast ook nooit zoete drankjes vanuit een zuigfles. Ook is het smeren van zoetigheid zoals honing op de speen uit den boze.

Zelfs op jonge leeftijd is er namelijk kans op tandbederf. Dit wordt ook wel zuigflescariës genoemd.

#5 Slechte mondhygiëne is overdraagbaar

Niet algemeen bekend, maar slechte mondhygiëne, of tandbederf, is overdraagbaar. Dat betekent dat je als ouders zijnde een risico kan zijn voor het gebit van je kindje. Het overdragen van speeksel verspreidt ook tandbederf van de ene persoon aan de andere.

Het aflikken van een lepel, drinken uit dezelfde beker of proeven of de melk te warm is in de zuigfles, het zijn allemaal mogelijkheden waarop je tandbederf kan verspreiden. Het brengt het gebit van je kindje in gevaar. Zeker als deze nog niet naar de tandarts gaat op zijn of haar leeftijd.

#6 Vruchtendrankjes zijn een bedreiging

Geef je je kindje af en toe een vruchtensapje? Wees er dan van bewust dat dit erg slecht is voor je gebit. Sappen leiden namelijk tot het verdwijnen van het tandglazuur. Ook energiedrankjes en frisdranken zijn funest voor het gebit. De suikers in deze drankjes vergroten de kans op gaatjes.

Toch frisdranken, vruchtensapjes of energiedrankjes drinken? Neem dan geen rietje, dit werkt niet, maar drink in één keer het glas helemaal leeg. Anders is elke slok een nieuwe aanval op je gebit.

#7 Kinderen zijn de baas, ook bij de kindertandarts

Het is voor veel kinderen wat spannend om naar de tandarts te gaan. Veel apparaten die ze niet kennen, gekke geluidjes, felle lampen en iemand die in jouw mond kijkt. Je hebt gewoon geen controle. Daarom spreekt de kindertandarts ook een stopteken af met jouw kindje. Als jouw kindje even een pauze wilt dan kan die dit aangeven. Zo heeft hij toch een beetje controle.

De eerste ervaring aan de kindertandarts moet een positieve zijn. De tandarts voor kinderen is ook gewoon een vreemde. De spanning kan dan ook driftig worden, huilen of tegen sputteren. Beloon positief gedrag en ondersteun je kindje zoveel mogelijk als die het moeilijk vind. Hou zijn handje vast tijdens de behandeling en lees een boekje voor in de wachtkamer.